Foto’s © Slawomira Kozieniec
Sigaretten roken is voor zenuwpezen. Het roken van een waterpijp is een sociale bezigheid, om een uurtje of twee te relaxen met vrienden of familie, om weg te dromen, te filosoferen en de drukte van de stad en het leven even te ontvluchten.
Zoals in het verborgen Ottomaanse gebouwtje Corlulu Ali Pasa Medresesi, tussen de tramhaltes Çemberlitaş en Beyazit/Grand Bazaar. Het is mijn favoriete plek om de Turkse waterpijpcultuur van dichtbij mee te maken.
In Turkije heet een waterpijp ‘nargile’, niet toevallig een Perzisch woord, want de eeuwenoude traditie om waterpijp te roken verspreidde zich sinds de zestiende eeuw via het Perzische rijk naar landen als Turkije, Pakistan, India en de Arabische landen. In die landen wordt de waterpijp ook wel hookah en shisha genoemd.
Voor de eerste tabaksbladeren in 1601 vanuit Amerika arriveerden werd met de waterpijp vooral hash en opium gerookt.
In het Ottomaanse rijk bereikte de populariteit van de waterpijp een hoogtepunt in de 18e eeuw. Het roken van de nargile werd in de hogere kringen zelfs een statussymbool. Een gast een waterpijp aanbieden gold als een teken van vertrouwen. In 1841 brak er zelfs een diplomatieke crisis uit tussen Frankrijk en het Ottomaanse Rijk nadat de sultan had geweigerd de Franse ambassadeur uit te nodigen om samen de waterpijp te roken.
De populariteit van de waterpijp nam fors af na de komst van sigaretten na de Tweede Wereldoorlog. Eind jaren ’90 begon de nargile aan een comeback. En tegenwoordig genieten niet alleen oudere mannen, maar ook jongeren, zowel mannen als vrouwen, van de ouderwetse manier van het roken van gearomatiseerde pijptabak.
Het water in de glazen fles dient als filter. Hoewel rokers nog steeds schadelijke stoffen inhaleren, blijft er ook heel wat in het water achter. Dat is duidelijk doordat het water steeds bruiner wordt. Hash en opium worden in het publiek al lang niet meer gerookt. Er zijn wel allerlei smaken en geuren, van gewone tabak tot en met gedroogd fruit. Het gevaar om ziektes op te lopen via het mondstukje is er niet, want ieder krijgt zijn eigen plastic mondstukje.
Het gebouwtje van de Corlulu Ali Pasa Medresesi is 300 jaar oud. Het was lange tijd een koranschool voor jongens. Na de Ottomaanse tijd, toen de seculiere elite van de nieuwe republiek allerlei maatregelen nam tegen de invloed van de islam op het openbare leven, kwamen er in het gebouw allerlei winkeltjes.
Het ligt met zijn rug naar de Grote Bazaar en is een oase van rust waar vooral Turkse mannen, soms ook een paar vrouwen, en weinig toeristen genieten van de smaak en de geur van de door gloeiende houtskooltjes verschroeiende tabakssoorten. Het borrelen van het water, de gedempte conversatie en het getik van het backgammonspel maken dit een authentieke Turkse beleving.
In dit soort tentjes wordt nooit alcohol geserveerd. Wel Turkse thee, koffie, ayran, water of frisdrank.