Istanbul is meer dan de Hagia Sofia, de Blauwe Moskee en de Grote Bazaar. Als je het geluk hebt meerdere dagen door te mogen brengen in Istanbul dan zijn er nog genoeg andere wijken om te ontdekken.
Neem een van de veerboten van de Europeese kant naar de wijk Üsküdar aan de Aziatische oever van de Bosporus en vandaar met de bus naar de wijk Beykoz.
Vlakbij de hectiek van de megastad Istanbul, maar vergeleken met de stad een oase van rust is het dorpje van een oude Poolse gemeenschap, Polonezköy (Turks voor: het Poolse dorp), door de inwoners liever Adampol genoemd, naar de stichter van de nederzetting, de Poolse prins Adam Czartoryski, die in 1842 opdracht gaf het dorp te stichten.
Omdat Polonezköy geen openbaar vervoer heeft (en zich er zelfs tegen verzet), zal je zonder eigen auto vanaf Beykoz met de taxi verder moeten, een klein kwartiertje.
Vooral in de weekends en tijdens de feestdagen is Polonezköy afgeladen met Turken die de drukte, het lawaai en de stank van de stad willen ontvluchten. Zij gaan vooral naar de restaurants, dus als je even rust wilt, begin dan met het wandelpad door de bossen. Er is een prachtige wandeling van 5 kilometer aangelegd door het bos vlak langs het dorpje. Je Start vlak naast de parkeerplaats aan het begin van het dorp. Halverwege kun je er ook voor kiezen af te slaan naar het dorpje. Je komt dan uit in de hoofdstraat.
Het land waarop Adampol zou verrijzen, werd in 1842 gehuurd van Lazarist missionarissen voor Poolse soldaten, die de verplichte militaire dienst in het Russische leger waren ontvlucht. Het dorp startte met 12 vluchtelingen maar groeide naar het eind van de 19e eeuw uit tot 220 Polen, die de Krimoorlog of Siberië ontvluchtten. Alleen een van hen leefde tot de dag dat de Poolse onafhankelijk werd uitgeroepen (1918). Degenen die bleven, kregen in 1938 de Turkse nationaliteit. Omdat sommigen van hen tijdens de Krimoorlog (1853-56) voor het Ottomaanse Rijk hadden gevochten, schonk Sultan Abdülmecid I uit dankbaarheid het land aan de Polen van Polonezköy.
Hoewel er op dit moment nog maar enkele nazaten van de oorspronkelijke bewoners wonen en de restaurants steeds minder Pools gerechten op de kaart hebben, heeft het dorpje toch nog genoeg dat herinnert aan de Poolse erfenis van weleer. De kerk van de Maagd Maria en de begraafplaats zijn daar voorbeelden van, evenals het 19e eeuwse huis van Zofia Rizi (alleen te bezoeken op zon- en feestdagen). Haar huis hangt vol met foto’s, die tonen hoe het was om in een dergelijke gemeenschap wonen.
Ook restaurant ‘Leonardo’ in het centrum heeft veel Poolse accenten in het interieur. Langs de weg zie je ook veel billboards met Poolse namen van de restaurantjes en de straten hebben ook Poolse namen. Hoewel Polonezköy tegenwoordig erg toeristisch is en niet meer zo origineel, is het toch zeker de moeite waard om te bezoeken, al is het alleen al om de sfeer en de prachtige omgeving.
Ook leuk om er een paar dagen te logeren in een van de vele pensions.
Meer informatie vind je op www.polonezkoy.com
Gastblogje van Ilse Scheidel
Foto’s: Slawomira Kozieniec