Istanbul heeft een uitgebreid en steeds groter wordend openbaar vervoernetwerk. Drieduizend bussen met 5.000 chauffeurs vervoeren honderdduizenden passagiers per dag via talloze buslijnen. De langste is die van bus 500T van Pendik naar Topkapi, met een lengte van 90 kilometer.
Daarnaast zijn er 600 snelle metrobussen, die op een afgesloten autovrije busbaan rijden met een lengte van 50 kilometer tussen de Europese en Aziatische kant van deze megastad. Verder veel tramlijnen, metrolijnen, veerboten, taxi’s, en gele minibusjes die dienst doen als meermanstaxi’s en dag en nacht rijden.
In het Turks is de naam van deze lijntaxi’s ‘dolmuş’ (spreek uit: dolmoesj). Afgeleid van het Turkse werkwoord ‘dolmak’ wat ‘vullen’ betekent. Waarom deze naam? Omdat ze pas vertrekken wanneer ze vol zitten.
Dit collectief vraagafhankelijk carpoolen is in de grote steden van Turkije een oude traditie. Toen ik in 1983 voor het eerst in Istanbul kwam, waren er op het Taksimplein nog talloze Amerikaanse oldtimers in gebruik als dolmuş.
Een meermanstaxi rijdt volgens een vaste route en met vast tarief. Net als bij een taxi kun je uitstappen waar je wil, als het maar op de route is die de chauffeur altijd rijdt.
Zodra het busje vol zit, begint de chauffeur te rijden. Betalen en afrekenen doe je al rijdend. Je zegt je bestemming en voor hoeveel personen en de chauffeur noemt het verschuldigde bedrag. Meestal heb je niet gepast, dus geef je een biljet van 5, 10 of 20 lira aan een man of vrouw die in de rij voor je zit. Wanneer je achterin zit, wordt dit helemaal naar voren doorgegeven aan de chauffeur en zo komt ook het wisselgeld naar jou terug.
Zodra er passagiers zijn uitgestapt toetert de chauffeur naar elke potentiële klant en mindert hij voor de zekerheid alvast vaart. Meer nog dan taxichauffeurs zijn veel dolmuş chauffeurs cowboys in het verkeer. Altijd snel, zodra de verkeerssituatie daar gelegenheid voor biedt, en scheldend op andere weggebruikers. Alleen aan de meest elementaire verkeersregels houden zij zich, maar vaak is hun rijgedrag tegen het schofterige aan.
Ik kom weinig Turken tegen die zich eraan ergeren. “Het hoort bij onze machocultuur”, zei een van de passagiers lachend.
Meer ontdekken over Istanbul en de Turkse cultuur en geschiedenis?
Heel veel is te vinden in mijn boek ‘Wandelen in Istanbul’.