De wijk Karaköy, aan de noordelijke oever van de Gouden Hoorn, was altijd onderdeel van de oude haven van Istanbul. Met allerlei bedrijven die toeleveranciers waren voor de scheepvaart, en die zich toeleggen op transport, klein metaal, verf, visgerei en – kleding, elektriciteit, en dergelijke. Het was lang ook toegangspoort voor toeristen die met cruiseschepen Istanbul bezochten. Op dit moment wordt er een nieuwe terminal aangelegd en in de buurt daarvan verrijzen nieuwe hotels en restaurants.

De laatste jaren is dit deel van de havenwijk ook een buurt voor hipsters geworden. In diverse straten, parallel aan de kade, hebben veel jonge ondernemers cafe’s, restaurants en boetiekjes geopend. Het is ook een populaire plek waar graffiti artiesten hun creativiteit botvieren op de oude muren.

Slenterend door de wijk zie ik ook diverse Grieks-Orthodoxe kerken. De meeste gebouwd in de negentiende eeuw, toen er bijna 200.000 Grieken in de stad woonden.

De meeste staan leeg. In 1923 waren er nog 130.000 Grieken in Istanbul. Nu zijn er amper nog 600 gezinnen. De meeste Grieken zijn 50-plussers. Het is een met uitsterven bedreigde religieuze minderheid. Weggepest door allerlei discriminerende maatregelen van de overheid en op de vlucht geslagen naar Griekenland na de anti-Griekse rellen in 1955.

Laatst zag ik op het dak van een oud flatgebouw een koepeltje met Russisch-orthodoxe kruis, met twee dwarsbalken, de bovenste horizontaal en de onderste scheef. Dat kon niets anders zijn dan van een orthodox kerkje. Maar op het dak?

De portier van het gebouw aan de Hoca Tahsin Sokaği (straat) op nummer 39 zei dat het een Russisch Orthodoxe kerk was, de Aya Panteleymon, die op zondagochtend open was voor een dienst.

Lopend via de oude marmeren trappen, uitgesleten door de ontelbare gelovigen die hier sinds eind negentiende eeuw ook naar de kerk gingen, bereikte ik de hoogste (zesde) verdieping. Achter de openstaande deur openbaarde zich de St. Pantaleimon kerk, vernoemd naar de martelaar en geneesheer die in 305 op 30-jarige leeftijd in Nicomedia, het huidige Turkse Izmit, door de Romeinen werd vermoord omdat hij de christelijke leer aanhing.

De kleine, donkere ruimte werd alleen verlicht door de zon die via de ramen binnenkwam. De hoosbui van de dag ervoor had de elektriciteitsvoorziening afgesneden, en een reparatie zat er niet voor het begin van de werkweek in.

Niet meer dan tien Russische gelovigen, vooral vrouwen, namen staand deel aan de bijna twee uur durende dienst. Meer dan tijd genoeg om de mooie muurschilderingen en iconen te bewonderen.

Deze kerk op het dak is een van de honderdduizenden illegale constructies in de stad. Eind negentiende eeuw dienden Russisch orthodoxen bij de sultan een verzoek in om een kerk te mogen bouwen. De monarch liet weten dat zij daarvoor geen toestemming kregen, omdat er al genoeg kerken in Istanbul waren. De gelovigen lieten zich daardoor niet uit het veld slaan en bouwden deze kerk op het dak, net als op de daken van twee andere gebouwen in deze buurt.

De kerken werden vroeger druk bezocht door Russische pelgrims die op weg waren naar Jeruzalem of naar de berg Athos, op het gelijknamige Griekse schiereiland waar twintig kloosters zijn en 2.000 monniken leven.

Nu zijn het vooral Russen en andere orthodoxe christenen die hier op zolder komen bidden.