48136_10151396373143614_2138271453_n Ik sta op het Centraal Station van Amsterdam en om me heen klagen mensen over de NS. Het is verdomde koud. Dat vindt iedereen, maar mijn lichaam is waarschijnlijk nog een beetje gewend aan de Istanbulse mildheid. Sinds een paar dagen ben ik terug.

Ik moet toegeven, ik vond het eerst even lekker, die Nederlandse frisheid. Ook de Istanbulse winter was een winter, zeker dit jaar, maar geen Nederlandse winter. In Istanbul is de winter een korte onderbreking van het lekkere weer, in Nederland is de winter een periode op zichzelf.  De winter in Nederland gaat gepaard met tradities, met de vreugde van de eerste sneeuwvlokken (oké, als een half uur later de NS niet maar rijdt is die verdwenen) en met het uitkijken naar een Elfstedentocht, daar is de winter in Istanbul vooral een periode om even door te komen.

Sneeuw in Istanbul betekent dat het hele leven uitvalt. Álle universiteiten werden direct 2 dagen gesloten, te gevaarlijk om er naartoe te gaan. Het was 3 uur na de eerste sneeuwvlok die ik ooit zag in Turkije.

Ik vond het prachtig, die eerste sneeuwvlokken. Al maanden had ik er naar uitgekeken. Ik stelde me voor hoe de chaos die er normaal al was even zou ontploffen, waarna het leven totaal stil zou komen te liggen. Hoe zou er nog een file kunnen staan op de belachelijk steile weg van Taksim Square naar het Besiktas-stadion als de wegen glad zouden zijn? En inderdaad, het leven kwam stil te staan.

Gek genoeg zagen de Istanbulus dat niet zoals ik. Ik zag geen blije gezichten, geen vrolijke sneeuwbalgevechten. Ik zag vooral treurige ondernemers. Toen ik mijn vrienden van de vaak door mij bezochte Pehlivan in hun compleet uitgestorven restaurant opzocht vertelde ik ze dat ik de kou wel leuk vond. Ze keken me boos aan. En dan de straatverkopers. Niet alleen hebben die opeens geen klanten meer, maar bovendien is hun werkterrein verworden tot een grote smurrie en staan ze de hele dag in de kou.

Nee, ik zag weinig mensen die blij waren met de sneeuw. Maar ik hoorde geen klagen, er werd niet gemiemeld. Nu ik weer in Nederland ben besef ik pas hoe groot dat verschil is. In Turkije is er nog geen gewenning aan instituties die alles perfect regelen. Natuurlijk, de zaken gaan buiten hun eigen schuld om niet zoals gewild, dus is men niet tevreden. Maar er wordt niet geklaagd. Niemand protesteert over het onrecht dat hem wordt aangedaan, niemand wijst naar anderen.

Ik zei het al in een vorig stukje, Istanbul is bij uitstek de plek waar iedereen er iets van probeert te maken. Garanties zijn er niet, mislukken mag niet, maar kansen zijn er overal. Het kan tegenzitten, zeker, en je kan het best heel slecht voor elkaar hebben. Maar het leven is zoals het is. Daarover gaan we niet zitten zeiken.

Ik mis Istanbul.

Gastblog van student Joris Melman